- 6 eetl. witte basterdsuiker
- 2 eetl. kaneelpoeder
- 250 gram zelfrijzend bakmeel
- 1 flesje pils
- 5 goudreinetten
- 1 ei
- zout
- een grote fles zonnebloemolie
Roer in een diep bord de basterdsuiker en kaneel door elkaar.
Schil
de appels, boor er met een appelboor de klokhuizen uit en snijd de
appels elk in 4 plakken.
Wentel de appelplakken door het suiker-kaneel
mengsel.
Klop het ei in een kommetje los.
Zeef boven een kom het bakmeel en
één theelepel zout, maak in het midden een kuiltje en schenk daar het ei
in. Voeg al roerend de pils toe. Blijf ±5 minuten roeren tot een glad
beslag ontstaat.
Bekleed een vergiet met keukenpapier. Verhit de zonnebloemolie in
een frituurpan tot 175°C of tot er witte damp vanaf komt (gebruik
eventueel een broodkorst om de temperatuur te testen, als deze gaat
bruisen is het in orde).
Haal de appelplakken met een vork door het beslag en laat ze in de
hete olie glijden. Frituur de appelbeignets in ±4 minuten goudbruin,
keer ze halverwege. Neem de appelbeignets met een schuimspaan uit de pan
en laat ze in het vergiet uitlekken.
Leg de appelbeignets op een schaal en bestrooi ze met poedersuiker.
Dit recept heb ik samengesteld uit verschillende andere recepten die ik op het internet vond. Dit recept sluit het meest aan op hoe ik vind dat de appelbeignets moeten smaken, ze smaken precies zoals die mijn moeder vroeger maakte (al noemden wij ze ‘appelflappen’, maar niet te verwarren met die in bladerdeeg ingepakte appeltjes). Sinds een paar jaar maak ik ze zelf op deze manier en geen oliebol die mij dat nadoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten